Artikelen
Bestuurscolumn - Toekomstige patiënten (2025-06)
Ik zat recent op het strand in Estepona aan de Costa del Sol. Met mijn huidtype 1 zat ik ingesmeerd met SPF50 onder een UV50 parasol. Mijn zoontje van drie speelde samen met een Tsjechisch jongetje met een emmertje in het zand. Allebei met UV-werend zwemshirt, zwembroek en hoedje. Ik keek eens rustig om me heen. In de strandtent naast mij zag ik een knappe Spaanse ober, keurig gekleed in lange broek en wit overhemd. Ik had vakantie, maar ongemerkt viel mijn dermatologische oog het een en ander op. Opvallend: er waren nauwelijks tot geen Spanjaarden op het strand.
Wel zag ik een groep - ik denk Britten - die midden op de dag al roodverbrand toch in de volle zon lag. Zo nu en dan kwam de tube zonnebrandcrème tevoorschijn en smeerden ze elkaar in. Welke factor het was, kon ik niet lezen vanaf een afstand, maar de zonnebrandcrème had ze in elk geval onvoldoende beschermd. Of ze waren pas gaan smeren toen het kwaad al geschied was. Arme lichte huidjes, dat worden toekomstige patiënten, ging door mijn hoofd.
Vanaf 17.00 uur kwamen de Spanjaarden. Met koelboxen vol heerlijke hapjes en koude drankjes. In het avondzonnetje genoten ze. Die siësta is zo gek nog niet, dacht ik. Een perfecte vorm van ‘weren’ uit het adagium ‘weren, kleren, smeren’. En de hele Spaanse maatschappij is daarop ingericht. De winkels zijn in de middag, op het heetst van de dag, dicht. Er is een lange lunchpauze op werk. En pas als de felle zon wat weg is, komen de Spanjaarden tevoorschijn en pakken ze het leven tegen de avond weer op. Eigenlijk heel verstandig en wel zo aangenaam. Overigens zitten ze ook het liefst binnen te eten in restaurants, uit de zon, in de airco. Terwijl de toeristen hun tapas liever zwetend onder een parasolletje eten. Waarom eigenlijk?
Jaarlijks krijgen bijna 75.000 mensen de diagnose huidkanker. Op dit moment leven bijna een half miljoen mensen die de afgelopen 10 jaar de diagnose huidkanker kregen (bron: IKNL). Deze grote aantallen patiënten kunnen we nauwelijks aan met het aantal dermatologen dat we nu hebben. In de toekomst zal dat nog veel lastiger worden. Het is dus noodzakelijk in te zetten op onder meer preventie, dat weten we allemaal. Maar verandering is lastig en het zit nog niet zo in de aard van de Nederlander (of de Brit) om de zon te mijden. Vaak wil je toch op die paar mooie dagen per jaar of als je dan eindelijk op vakantie bent zoveel mogelijk ‘genieten’ van de zon. En dat bruine kleurtje is voor veel Nederlanders nog steeds het schoonheidsideaal, dus toch maar eventjes zonnen. De aard van het beestje is niet eenvoudig te veranderen. Wij doen als dermatologen dagelijks ons best in de spreekkamer om onze huidkankerpatiënten uitleg te geven over verstandig omgaan met de zon, maar eigenlijk is het dan al te laat. Er zou veel meer bewustwording over de schadelijke effecten van de zon bij de algemene bevolking moeten komen.
Ik leg mijn boek terzijde, sluit mijn ogen en denk: misschien moeten we allemaal iets meer Spanjaard worden.
Correspondentieadres
Laura Kienhorst
E-mail: lkienhorst@tergooi.nl